Twee Motten Cifras

Dutch artist from 1950's/1960's: http://home.wanadoo.nl/~song7704/song7704/7704sodorusalg.htm
 
 
[Chorus]
              F   Fmaj7 F6              Fmaj7 F6
Er wonen twee motten, in m'n ouwe jas
            F   Fmaj7 F6     F#dim7    Gm Gmmaj7 Gm
En die twee motten,     die wonen d'r pas
         C         B7     C
Je raakt gewoonweg van je stuk
           F         A7     Dm
Als je het ziet, dat pril geluk
              G(sus4)
Hij vreet m'n hele jas kapot
            C7 n.C.                  C7 n.C.
Alleen voor haar, die dot van 'n mot
                 F   F6  F                 Bb  D7 Gm
Ik noem haar Charlotte,     en hem noem ik Bas
               F    F#dim7 Gm   C7       F  Bbm6 F
Die dotten van motten,       in m'n ouwe jas
 
[Verse 1]
             F
Ik voelde me eerst een beetje belaagd
                F         Fmaj7      F
'k Dacht: 't is net of 'r wat aan me knaagt
                Fmaj7  F7    F#dim7 Gm
Maar toen kreeg ik die gaten in de  gaten
             Gm        Gm7/Bb    C7
Ik dacht nog even: hoe heb 'k 't nou
            F        A7/E    Dm
Maar toen begreep ik 't al gauw
            G7                         C7
Ik zag twee motten in die gaten zitten praten
         F13
Ik greep meteen naar de D.D.T.
             Bb
Maar daar verwoest je zo'n huwelijk mee
           A                  Dm       Gm        C7sus4/G C7
En besloot meteen: ik zal dat echtpaar daar maar laten
 
[Chorus]
              F   Fmaj7 F6              Fmaj7 F6
Er wonen twee motten, in m'n ouwe jas
            F   Fmaj7 F6     F#dim7    Gm Gmmaj7 Gm
En die twee motten,     die wonen d'r pas
         C         B7     C
Je raakt gewoonweg van je stuk
           F         A7     Dm
Als je het ziet, dat pril geluk
              G(sus4)
Hij vreet m'n hele jas kapot
            C7 n.C.                  C7 n.C.
Alleen voor haar, die dot van 'n mot
                 F   F6  F                 Bb  D7 Gm
Ik noem haar Charlotte,     en hem noem ik Bas
               F    F#dim7 Gm   C7       F  Bbm6 F
Die dotten van motten,       in m'n ouwe jas
 
[Verse 2]
             F     Fmaj7   F6
Ik ben een geboren eenzaam mens
                 F     Fmaj7 F#dim7
Maar dat was m'n eigen wijze wens
                       Gm
Een echtverbond heb 'k steeds kunnen verhinderen
          Gm        Gm7/Bb    C7
al zeggen m'n relaties tegen mij
            F        A7/E    Dm
Hé joh, breng toch die jas naar de stomerij
            G7                         Bb/F  C7
Want dat vod begint al knappies te verminderen
                F
Maar juist zo'n vagebond als ik
             Bb
Die komt pas reuze in z'n schik
              A                Dm      Gm   C7sus4/G C7
Met zo'n ouwe jas, twee motten en tien mottekinderen
 
[Chorus]
            F   Fmaj7 F6                Fmaj7 F6
Een familie motten,  woont er in m'n jas
             F   Fmaj7 F6    F#dim7 Gm Gmmaj7 Gm
Ik laat ze ravotten als een kleuterklas
              C     B7     C
Nou zitten ze boven in m'n kraag
        F        A7    Dm
En eten zich een volle maag
              G(sus4)
Ze vreten m'n hele jas kapot
          C7 N.C.            C7 N.C.
Omdat een mot toch leven mot
          F   F6  F                 Bb  D7 Gm
Die lieve Charlotte en mottige Bas
                   F    F#dim7 Gm   C7            F  Bbm6 F E F
Met hun dotten van motten           wonen in m'n jas
X